Midden in mijn kamer stond de Heer
Niets meer te verliezen
Ik kom uit Casablanca en woon in Nederland sinds 1974. Mijn zoektocht naar antwoorden voor mijn levensvragen begon jaren later. Ik had een paar dagen gegeten tijdens de ramadan en ik voelde me heel onzeker. De regel is: elke dag die je met opzet eet, moet je met twee maanden terugbetalen. Maar de dagen vorderden en ondanks alles bleef ik toch doorgaan met eten. Diep in mijn hart groeide de wetenschap dat ik verloren was. Ik had niets meer te verliezen en daardoor durfde ik serieus te kijken naar alternatieven.
Onmogelijk dat een moslim christen wordt
In The Shelter in Amsterdam (een christelijke jeugdherberg) ontmoette ik Mustapha, een Marokkaans christen. Ik had nog nooit van zoiets gehoord. Vanaf het eerste moment had ik een sterke weerzin tegen hem omdat Marokkaanse christenen voor mij niet bestonden. Want het is onmogelijk dat een moslim christen wordt. Zo dacht ik toen en zo denken veel mensen nog steeds.
Ik was toch nieuwsgierig en heb later kennis met hem gemaakt. Hij vroeg of ik met hem mee naar een Arabische kerkdienst wilde en ik zei ja. Het was een fijne dienst en opmerkelijk dat de voertaal Arabisch was, maar meer deed het me niet.
Aangeraakt van binnen
Terug in de Shelter zaten wij te praten en ineens gebeurde iets wonderlijks. Ik werd aangeraakt door iets van binnen. Mustapha merkte dat er iets aan de hand was. “Wat is er?” vroeg hij. “Ik weet het niet” antwoordde ik. Toen glimlachte hij en zei: “vanaf het moment dat ik je zag, ervoer ik heel sterk dat God jou op het oog had.” Dit zei mij toen weinig. Maar ik had iets ervaren wat ik nooit eerder had meegemaakt. Hij gaf mij een Nieuw Testament in het Frans en ging weg. Diezelfde nacht begon ik te lezen in het boek van de christenen. De verhalen van de evangeliën vond ik interessant, maar het was een gewoon boek met verhalen.
Mustapha nodigde mij uit om met hem te gaan naar een Bijbelstudiekring van Jeugd met een Opdracht. Het was daar heel fijn en leerzaam. Daar was ook veel liefde en warmte, maar dat was niet genoeg. Ik miste iets. Na zes maanden stopte ik ermee en ging terug naar mijn oude leven. Ik was een beetje gedesillusioneerd.
De Bijbel had een nieuwe betekenis voor mij. Ik had dorst naar Gods Woord.
God zal alles duidelijk maken
Twee jaar later ontmoette ik een andere Marokkaanse christen. Hij nodigde mij uit bij hem thuis te komen. Ik had veel vragen over Jezus, de Bijbel, het kruis etc. Hij probeerde mijn vragen te beantwoorden, en zei: God zal alles duidelijk maken en ik hoef Hem alleen maar te vragen. Aan het eind gingen wij bidden en ik vroeg of God in mijn hart wilde komen wonen.
Onderweg naar huis ervoer ik die avond blijdschap en vrede, maar ik stond er niet bij stil dat er iets in mij was gebeurd…iets van eeuwige waarde. Pas de volgende ochtend toen ik wakker werd merkte ik dat ik nog steeds hetzelfde gevoel had, en toen pas besefte ik dat er iets bijzonders met mij gebeurde.
Een kind van God
Ik ging terug naar de Bijbelstudiekring. Wat opvallend was, de Bijbel had een nieuwe betekenis voor mij. Ik had dorst naar Gods Woord. Een Canadese zuster zei tegen mij: “Abdel, je bent nu wedergeboren. Dat was jij niet in het verleden toen jij hier kwam, maar nu ben je het wel.” Ik dacht bij mezelf: “Weet ik veel!” Niemand had mij toen verteld dat ik wedergeboren moest worden. De broeders en zusters hadden mij uitgelegd dat de verandering in mijn leven de wedergeboorte heet. Ik was een kind van God geworden, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.
Het was geen droom
Maar ik had geen idee van de periode die zou komen. Het zou een heel moeilijke periode worden. Ik zou heel veel strijd en veel tegenstand ervaren. God wist het en Hij heeft mij op een bijzondere manier bemoedigd. Hij liet mij zien dat Hij letterlijk bij mij was. Midden in de nacht werd ik ineens wakker. Aan het voeteneind van mijn bed stond de Heer zelf. Het was geen droom. Ik was klaarwakker. Ik zag alles, de kamer, het bed waarin ik lag…en daar midden in mijn kamer stond de Heer. Hij zei niets, Hij glimlachte alleen maar. En het was alsof ik Hem hoorde zeggen: “Het is goed. Ga zo door Abdel. Ik ben blij met je.”